4 mei-lezing: de oorlog in de kunst

In de Tweede Wereldoorlog lag de kunstproductie in Nederland voor een groot deel stil. Kunstenaars die ‘gevaarlijke’ thema’s schilderden werden vervolgd, zoals Hendrik Nicolaas Werkman en Aad de Haas. Gevlucht naar Frankrijk vond de Duitse Charlotte Salomon juist in de oorlog haar bestemming als kunstenaar.

Na de oorlog pakte men in en buiten de kunst de draad van het gewone leven weer snel op. Een kunstenaar als Armando heeft nooit kunnen begrijpen dat men zo snel vergat. De oorlog staat aan de basis van zijn werk. In 1995 maakte Armando het Werkman-monument in Groningen, ter nagedachtenis aan de in 1945 gefusilleerde kunstenaar Hendrik Nicolaas Werkman.

Ook de Cobra-kunstenaars verwerkten de oorlog in hun werk. Zij wendden zich af van het Realisme dat voor de oorlog toonaangevend was en waar de meeste kunstenaars na de oorlog op teruggrepen. In Amerika zochten de kunstenaars van het Abstract Expressionisme naar universele, veelal mythische thema’s die passend waren voor de tragedies van de moderne tijd. 

Een aparte lezing over Charlotte Salomon is in de maak. Hierin wordt uitgebreid ingegaan op de ideeën van haar geliefde Daberlohn (Alfred Wolfsohn).